Rond 1852 ontstonden er geruchten dat Marie Thérèse na haar gevangenschap onder zware stress leed en besloot dat ze niet meer terug wilde keren in de openbaarheid.
Ze zou afstand hebben gedaan van haar naam en rechten en verwisseld zijn met haar halfzus of halfnichtje Ernestine Lambriquet. Ernestine zou mogelijk een buitenechtelijke dochter zijn van Lodewijk XVI en de kamervrouw Philippine Lambriquet. Ze werd na de dood van haar eigen moeder geadopteerd door Marie Antoinette als pleegzus voor Marie Thérèse. Een andere theorie is dat zij de dochter was van de latere Lodewijk XVIII.
Of dit echt gebeurd is, is niet bekend, want volgens de papieren zou Ernestine Lambriquet Frankrijk niet verlaten hebben, maar in 1810 getrouwd en in 1813 overleden zijn. Een tweede verwisseling wordt echter niet uitgesloten.
De echte Madame Royale zou onder begeleiding van de Nederlandse diplomaat Leonardus Cornelis van der Valck, die zich Vavel de Versay noemde, door Europa gezworven hebben. Vanaf 1810 woonden ze in slot Eishausen in Thüringen. Hier leefden ze zeer teruggetrokken. Niemand heeft ooit Madames gezicht gezien, zelfs het personeel niet. Door deze geheimzinnigheid ontstonden er al snel geruchten in de omgeving en kreeg ze de naam ‘Dunkelgräfin’ en Vavel de naam ‘Dunkelgraf’. Madame overleed in 1837 en werd begraven in een naamloos graf op de Schulersberg, de Stadtberg bij Hildburghausen. In 1845 overleed Vavel de Versay. Hij werd begraven op de lokale begraafplaats, in een eveneens naamloos graf. Beide graven bestaan nog. Er zijn later wel bordjes bij geplaatst. Het graf van de gravin is in 1891 eenmaal geopend en er zijn toen resten gevonden van een ongeveer 60-jarige vrouw.
Op 28 juli 2014 maakte de Interessenkreis Dunkelgräfin in een televisie-uitzending bekend dat DNA- en antropologisch onderzoek heeft aangetoond dat de Dunkelgräfin niet Marie Thérèse de Bourbon was.